You are viewing an old version of this page. View the current version.

Compare with Current View Page History

« Previous Version 9 Next »

Het scherm om de layout aan te passen, is toegankelijk via de knop Pagina opmaak. Deze knop is aanwezig in het scherm Afdruk documenten of het scherm Lijst met rapporten.

Op deze pagina:


Het lay-outscherm bestaat uit verschillende secties of groepen:


Page Header

wat er bovenaan elke pagina zal worden afgedrukt. Standaard de naam van de licentie zoals gecodeerd is in de Algemene instellingen en Filters.

Group Header 1

is de koptekst afgedrukt na elk subtotaal. 

Group Header 2

is de koptekst afgedrukt na elk subtotaal van header 2

Detail

bevat de detailinfo

Group footer 2

plaats voor de totaal-velden volgens het tweede subtotaalcriterium

Group footer 1

plaats voor de totaal-velden volgens het eerste subtotaalcriterium (hier vermelding van het nota veld van het betrokken document)

Onderaan pagina

komt overeen met wat onderaan elke pagina zal worden afgedrukt.

Page footer

bevat o.a. het eindtotaal.

Begin van de pagina

Menu's


File > Print...

Via de Pagina opmaak kunt u met dit menu de printer, afdrukstand, lade enz. kiezen.


Standaardprinter

  1. Nadat u de printerinstellingen in dit scherm hebt geselecteerd, moet u op Toepassen klikken om de wijzigingen toe te passen.
  2. Klik vervolgens op Annuleren om dit scherm te sluiten (omdat het doel niet was om iets af te drukken maar alleen om de printerinstellingen te wijzigen).
  3. En eenmaal terug in de lay-out, is het mogelijk om via het menu File > Page Setup te zien dat de gekozen printer is geselecteerd voor deze lay-out.
  4. Vergeet niet om op het tabblad Page Layout om de optie Save printer environment te selecteren om aan te geven dat de hierboven gekozen printer standaard moet worden gebruikt voor deze opmaak.
    (zie menu File > Page Layout... voor een meer precieze uitleg van deze optie)

Standaardprinter in TS

Door verbinding te maken via een TS-sessie worden lokale printers telkens geïdentificeerd met verschillende namen in de TS-omgeving. De printer die is opgeslagen in een lay-out, wordt dus nooit gevonden in een TS-sessie.

Om de standaardprinter in een TS-sessie te vinden, moet u een VPN gebruiken of een infrastructuur gebruiken die de lokale printernamen bewaart. Meer info: TS installatie


File > Page Layout...

In het tabblad Page Layout, laat de knop Page Setup... toe om het afdrukformaat van de lay-out op te slaan. 

In het tabblad Page Layout, de optie Save printer environment laat toe te kiezen of de instelling van de printer die moet worden toegepast die van de lay-out of die van Windows is.

    • Als deze optie is ingeschakeld, worden de instellingen van de printer die zijn opgeslagen in de lay-out (zie File > Print ...) geactiveerd op het moment van afdrukken, ongeacht de standaardinstelling van deze printer in Windows.
      Als u meerder printers in het netwerk hebt en u een lay-out aan een van deze wilt koppelen, is het beter om deze optie aan te vinken


  • Terminal Server (TS)

    In het geval van gebruik in TS moet de optie Save printer environment opslaan worden gedeactiveerd omdat de omgeving verandert bij elke verbinding. Meer info: TS installatie

     
  •  
    • Als deze optie niet is ingeschakeld, worden de instellingen van deze printer op Windows-niveau ingeschakeld op het moment van afdrukken, ongeacht de printerinstelling die in de lay-out is opgeslagen. Als de gewenste printer de standaardprinter van de pc is, kunt u deze optie het beste uitschakelen.

Edit > Select All

Gebruik de optie Select All om alle elementen van de lay-out te selecteren als u bijvoorbeeld de tekengrootte van de layout wilt wijzigen.

Format > Group
Format > Ungroup

Merk op dat sommige functies grijs worden weergegeven als ze niet van toepassing zijn (bijv. Geselecteerd veld of niet, 1 of meer geselecteerde velden, ...)

Gebruik de GROUP -functie nadat u meerdere items hebt geselecteerd, zodat ze samen kunnen worden verplaatst of beveiligd. Om een veld van een groep te kunnen wijzigen, moet u eerst de functie UNGROUP gebruiken.

Report > Default Font

Het lettertype dat u selecteert, is van toepassing op alle nieuwe velden die u toevoegt.

Report > Variables...

Als een expressie erg lang is en u meerdere expressies in een veld moet combineren, kan het nuttig zijn (noodzakelijk vanwege de lengte) om variabelen te definiëren die deze uitdrukking bevatten. In het veld gebruikt u daarom niet langer de uitdrukking maar de naam van de variabele. Dit is ook handig voor berekende waarden die op meerdere plaatsen in een rapport verschijnen.

Begin van de pagina

Toolbar

Hiermee kunnen gegevens worden gegroepeerd op basis van één criterium of meerdere criteria.

Hier was er een groepering op het veld AGENT, maar het is ook mogelijk om een groepering op verschillende velden te maken, zoals AGENT, JNL, NUMBER. Om dit type gegevensgroepering in de lay-out te kunnen doen, moet de tabel met de gegevens dienovereenkomstig worden gesorteerd. Als een tabel bijvoorbeeld een lijst met documenten bevat waar u wilt groeperen (en totalen maken) per agent, moet de cursor ook worden gesorteerd op AGENT, JNL, NUMBER als de expressie DATA GROUPING = AGENT, JNL, NUMBER .



Open de werkset van hulpmiddelen om

  • Een element van de lay-out te selecteren
  • Tekst in te geven
  • Een uitdrukking in te voegen (= veld van de software, samenstelling van velden, voorwaarden ...)
  • Om lijnen te tekenen
  • Om een vierkant, rechthoek, ... te tekenen
  • Om een cirkel te tekenen, ovaal ...
  • Om een afbeelding in te voegen



Opent het kleurenpalet

Opent de uitlijningstoolbox

Begin van de pagina

  • No labels