De configuratie moet in zijn geheel op de hoofd-vestiging gebeuren.


Algemene instellingen

Activeer de module via de menu Dossier > Instellingen > Algemene parameters, tabblad Opties, module Uitwisseling tussen sites

De knop Referentie, waarmee u de referentiecode van een artikel of een derde kunt wijzigen, wordt niet weergegeven in de schermen Artikelen en Derden wanneer de Module Replicatie is geactiveerd.

Bovenaan de pagina

Dagboeken

Aanmaken van de dagboeken voor de verschillende vestigingen gebeurt via het menu Dossier > Instellingen> Dagboeken.

Elke vestiging heeft zijn eigen dagboeken, er kan geen dagboek worden gedeeld tussen twee vestigingen.

Maak bijvoorbeeld een verkooporderjournaal voor site 01 aan door op Kopiëren te klikken om de instellingen van het orderdagboek van de centrale vestiging over te nemen

De dagboekconfiguratie voor de vestiging kan nu worden uitgevoerd, behalve dat de vestiging nog niet is gemaakt.

Maak de dagboeken aan voordat u de vestiging toevoegt, zodat u de site-dagboeken in één keer kunt configureren.

Bovenaan de pagina

Vestigingen opzetten

Nadat de replicatiemodule is geactiveerd, gaat u naar Tools > Replicatie sites > Configuratie van de replicatie

Logistics vraagt u de code van de vestiging in te voeren. Type HQ (HQ=Headquarters) voor de hoofd-vestiging. De hoofd-vestiging kan niet anders genoemd worden

De code van de vestiging bestaat uit maximaal twee karakters, de hoofd-vestiging moet verplicht HQ zijn. Via de HQ-site moeten alle vestigingen worden geconfigureerd.

Dit scherm definieert de vestiging die aan het dossier is gekoppeld en geeft toegang tot het configuratiescherm van de vestiging.

Enkel de vestiging HQ kan de andere vestigingen configureren.

Bovenaan de pagina

Vestigingen

De bovenste lijst toont de vestigingen.

  1. Klik op de knop  net onder deze lijst om een nieuwe vestiging toe te voegen.
    Voer een code voor de vestiging in (2 tekens). In het voorbeeld heeft de vestiging de referentie 01.

  2. Na het toevoegen van de nieuwe vestiging 01, moet u de parameters definiëren die specifiek zijn voor de vestiging.
    In dit voorbeeld gebeurt de gegevensoverdracht via LAN.

ParameterOmschrijving
OmschrijvingDit is een interne omschrijving. Deze is niet aan de licentie verbonden.

PC>= en PC<=

Wanneer een computer een Logistics sessie opent, kent Logistics aan de sessie een code met 2 karakters toe. Deze code verschijnt in de statusbalk van het Logistics venster (PC:H1 bijvoorbeeld). Deze code wordt gebruikt als prefix voor de unieke primary keys van de verschillende tabellen. 

Het is dus noodzakelijk dat elke sessie een unieke code gebruikt!

  • In een mono site configuratie (zonder replicatie), kent Logistics sessie codes van 01 tot en met ZZ toe.
  • In een multi site configuratie, moet men een interval van sessiecodes aangeven die Logistics aan elke site kan toekennen.

    De codes zijn alfanumeriek. Men kan dus bijvoorbeeld voor de A site een interval van A0 tot AZ gebruiken, wat 36 gelijktijdige sessies mogelijk maakt. Voorzie een marge rekening houdend met het feite dat als men in multi-windows werkt, elk venster een sessie gebruikt.

    Eenzelfde computer zou dus tot 8 sessies gebruiken als men 2 documenten tegelijkertijd laat invoeren. Het gemiddelde zou eerder 4 sessies per PC zijn.

Barcodes >= en Barcodes <=

Van dezelfde aard, als elke site zijn eigen etiketten afdrukt met zijn eigen barcodes, moeten daarvoor intervallen van unieke nummers gereserveerd worden.

Toevoegen Art.

Heeft de vestiging het recht om artikelen toe te voegen?

Wijz. Art.

Heeft de vestiging het recht om artikelen te wijzigen?

Gegevensuitwisseling

Tijdens elke replicatie, genereert Logistics een gecomprimeerd bestand (.ZIP) dat alle wijzigingen voor verzending bevat. Het bestand wordt geplaatst in de folder <DOSSIER>\trf\outbox.

Elk verzonden bestand is opeenvolgend genummerd (per site). De site die een bestand ontvangt, kan dus controleren of een bericht is verloren.

Het bestand kan naar de andere vestiging verzonden worden via volgende methodes:

MethodeBeschrijving
E-Mail

Dit is op het ogenblik alleen maar mogelijk als men Outlook (niet OutLook Express) gebruikt. Logistics zet het bestand in de Outbox van Outlook. Men moet hetzij wachten tot Outlook het bestand verzendt, hetzij op de Zenden/Ontvangen knop van Outlook klikken. De versies later dan Outlook 2000 vragen een bevestiging voor het gebruiken van Outlook per programmering.

Voor het ontvangen van de bestanden moet u een sub-folder LOGISTICS:REPLICATIE aanmaken in de Inbox-folder van Outlook. Daarna moet een regel toegevoegd worden die de inkomende boodschappen die LOGISTICS:REPLICATIE in hun onderwerp bevatten naar deze folder verplaatsen.

FTP

Het bestand wordt gekopieerd in een folder van een ftp server.

Om de verzending via FTP in te stellen, klikt u op de knop FTP-parameters om de servernaam, gebruikersnaam en wachtwoord in te voeren. Elke site moet een eigen map op de FTP-server hebben (bijvoorbeeld de map "rep01" voor de site "01" en de map "rep02" voor de site "02"). Op het HQ-siteniveau is het niet nodig om een map op te geven. Inderdaad, het hoofdkantoor zal de bestanden die bedoeld zijn voor de sites in hun respectievelijke mappen plaatsen. De sites zullen de "te verzenden" bestanden ook in dezelfde map opslaan die aan hen is toegewezen, het hoofdkantoor zal ze daar ophalen.

LANHet bestand wordt gekopieerd in een netwerkmap.
DisketteHet bestand wordt gekopieerd in een folder van een verwisselbaar medium. Logistics vraagt dan om het medium in te voeren voordat hij aan de kopie begint.
Terminal Server (T)idem LAN
Adres

Volgens de uitwisselingsmethode is het adres :

MethodeAdres
E-MailHet e-mail adres van de bestemmings-site

Ftp

Het pad naar de bestemmingsfolder op de FTP server. Via de knop FTP-parameters dien je de configuratie in orde te brengen
LANHet pad naar de folder waar het bestand gekopieerd moet worden. (Eindigt met \ )
DisketteIdem als LAN
Terminal Server (T)Idem als LAN
Verzend #Is het volgend sequentienummer voor de te verzenden gegevens naar deze site (op 0 geïnitialiseerd)
Ontvang #Is het volgend sequentienummer voor de te ontvangen gegevens van deze site (op 0 geïnitialiseerd)
AutoVoor de satellietsites kan men het verzenden en het ontvangen op automatisch instellen. In dat geval zal, wanneer de gebruiker Logistics opent, het ontvangen automatisch opgestart worden. Hetzelfde, als de gebruiker Logistics beëindigt, wordt een verzending uitgevoerd.
MagazijnenDit is de lijst van de magazijnen behorend tot de site. Klik op de [Magazijnen] knop om de lijst te wijzigen.
KassaklantDit is de code van de kassaklant waarop de boekhoudkoppeling van de kassa-omzet en financiële gegevens de niet gefactureerde handelingen gaat boeken.
Vestiging klant

Als de satellietsite goederen bestelt bij de hoofd-site voor zijn eigen stock, moeten de bestellingen op deze klant ingevoerd worden. Op die manier zal Logistics, wanneer de bestelling aan de hoofd-site geleverd wordt, een consignatie document genereren (verlaten van het hoofdmagazijn + toekomen in het satellietmagazijn) in plaats van een zendnota.

Vergeet niet in de klantenfiche van de klant de magazijncode aan te geven waar de goederen in consignatie (veld buffermagazijn) moeten worden gegeven.

LeveringDit is de code van het consignatiedagboek dat gebruikt moet worden voor de consignatie tijdens de levering. Dit dagboek moet tot de hoofdsite (HQ) behoren.

Bovenaan de pagina

Dagboeken van de vestiging

De lijst onder de lijst van de sites bevat de dagboeken die aan de gekozen vestiging toebehoren.

  1. Klik op de knop om deze lijst te wijzigen.
  2. Configureer de sitedagboeken met behulp van de hieronder beschreven instellingen.


ParameterOmschrijving
Doorsturen → HQ

optie meestal aangekruist

De documenten ingevoerd in de satellietsite worden dan doorgestuurd naar de hoofd-site (meest voorkomend geval).

Wijz.na verzending

Kruis deze optie aan als de satelliet site het document mag wijzigen na het doorsturen aan de hoofdsite. De hoofdsite mag het document dan niet wijzigen.

De site die het document maakt dat voortvloeit uit het oorspronkelijke document moet de rechten over het oorspronkelijke document behouden na verzending. Indien de satelliet bestellingen invoert, moet hij zien welke site de bestelling omzet naar levering. Maar het is de laatste site die de bestelling moet kunnen wijzigen.


Verwijderen na verzendenIdem als voor de wijziging.
Terug naar Site

optie meestal aangekruist

Kruis deze optie aan als, nadat het document verstuurd is naar de centrale site, het document op de satelliet site blijft en dat de eventuele wijzigingen gemaakt in de centrale terugkeren naar de satelliet site.
Indien u deze optie niet aankruist zal na verzending en bevestiging van ontvangst van de centrale site, het document verwijderd worden van de satelliet. De satelliet houdt dan haar historiek niet bij.

Terug alleLaat toe om documenten ingevoerd op de centrale site of op een andere satellietsite te verzenden naar de desbetreffende site.
Overal zichtbaarHiermee kunt u aangeven of dit dagboek zichtbaar is voor alle sites.


Deze instellingen kunnen ook gedaan worden in het tabblad "Vestiging" bij Dagboeken instellen te vinden via de menu Dossier > Instellingen > Dagboeken


Bovenaan de pagina

Wijzigbaar door meerdere sites

"Wijzigbaar door meerdere sites" is een optie die kan gebruikt worden om opdrachten (documenten) door te sturen naar een bepaalde groep van mensen. bv naar technische mensen.

Het verschil met de standaard werkwijze zit in het feit dat dit document enkel uitgewisseld wordt tussen HQ en Site ID Next. Een technieker krijgt dus enkel die documenten die exclusief voor hem bestemd zijn. En deze persoon kan na ontvangst het document aanpassen en terugsturen naar HQ.

De actuele eigenaar van het document wordt op documentniveau genoteerd.


Bovenaan de pagina

Laatste uitwisseling

Datum van de laatste verzending van de centrale naar de satellieten en van de laatste ontvangst van gegevens van de satellieten.
Door de verzenddatum te wijzigen kunt u forceren dat alle gegevens die zijn ingevoerd of gewijzigd na deze datum opnieuw verzonden worden.

Opties

OptieOmschrijving
De updates van Logistics niet doorsturen naar de sitesIndien men een update doet van Logistics op de centrale site, wordt het programma logistics.exe (3MB) verzonden tijdens de volgende replicatie naar de satellietsites. Men kan deze mogelijkheid desactiveren als de e-mail inbox geen berichten accepteert die groter zijn dan 3 MB of als de internetconnectie van de satellieten niet snel genoeg is.
De inventarissen niet verzenden naar de satellieten

Standaard wordt, tijdens elke verzending van de centrale site naar de satellieten, een inventarisbeeld (staat van de stock van alle magazijnen) verzonden naar alle satellietsites.

Afbeeldingen van de artikelen niet doorsturenAls aan artikelen een afbeelding gelinkt is, kan men ervoor kiezen deze afbeelding al dan niet naar de satellieten te sturen.

Bovenaan de pagina

  • No labels