|
Activeer via het menu Dossier > Instellingen > Serialisatie de EDI-module. Voeg in het veld Modulestring de module H4 toe en update de installatiecode die u verstrekt is voor deze serialisatie.
In het bovenstaand voorbeeld komt ODI overeen met de berichttypen die door elke klant worden geaccepteerd.
De 3 soorten documenten zijn:
Ga vervolgens in het menu Dossier > Instellingen > Algemene parameters. Vink in het tabblad Opties de module EDI (H) aan en klik op . In het tabblad EDI XML, vink Exportdirectory en/of Importdirectory aan. Nadat u deze opties hebt aangevinkt, moet u de velden Exportdirectory, Importdirectory en Uw CERTIONE-adres invullen.
In het tabblad ISABEL, vink indien van toepassing Export naar ISABEL door BMF100. en/of Import van ISABEL door BMF100. aan. Na deze opties aangevinkt te hebben, moet u de velden Exportdirectory, Importdirectory en Uw ISABEL-adres invullen. |
Wanneer deze velden zijn ingevuld, gaat u naar het menu Dossier > Instellingen > Dagboeken. In dit configuratiescherm definieert u welke dagboeken van de verzendnota's, facturen en creditnota's meegerekend worden voor de EDI-export. Doorloop de lijst van dagboeken en vink in het tabblad Opties het vakje EDI export aan als u dit dagboek mee in rekening wil brengen bij de EDI-export.
Configureer de EDI voor de import via het menu Bewerkingen > EDI > Config Import EDI.
Kies de Naam van de klant en het datumformaat. Klik daarna op de knop Importeren en kies het bestand met de gewenste definities. Een definitiebestand dat rekening houdt met de klant, kan gedownload worden via de knop rechts van Naam klant (als dit bestand reeds bestaat voor deze klant).
Configureer de EDI voor de export via het menu Bewerkingen > EDI > Config Export EDI. Kies het te exporteren Type formaat en de Naam klant. Klik daarna op de knop Importeren en kies het bestand met de gewenste definities. Een definitiebestand dat rekening houdt met het type formaat en de klant, kan gedownload worden via de knop rechts van Naam klant (als dit bestand al bestaat voor deze combinatie). Om facturen of creditnota's via EDI correct te kunnen exporteren, is het absoluut noodzakelijk dat deze documenten aan elkaar gekoppeld zijn. Link: Bestelbon --> Verzendnota --> Factuur |
Wanneer u de instellingen van de dagboeken hebt bijgewerkt, moeten de klanten nog geconfigureerd worden. De klanten die u wilt instellen zijn de klanten waarmee u EDI-boodschappen wilt uitwisselen. Ga in de klantenfiche naar het tabblad Voorwaarden van de klantenfiche, vul de volgende parameters in:
Figuur 1: Situatie wanneer in de parameters enkel de Exportdirectory (e-Billing) is aangevinkt.
Parameter | Omschrijving | |
---|---|---|
EDI Formaat | Het formaat is in dit geval CertiONE. | |
EDI Adres | EDI-adres (officiële EAN-code die de klant aanduidt) te vinden op de CertiPost-website. Vanaf versie 6.0 kunnen de verschillende winkels van de volgende 6 bedrijven automatisch als contactpersoon in het derde-bestand worden geïmporteerd.
| |
EDI SUBSET code | Klantencode die eventueel geselecteerd moet worden. Een SUBSET definieert hoe de boodschappen worden geformatteerd, aangezien elke grote winkelketen een verschillend formaat gebruikt. |
Als ook de optie Importdirectory (e-Supply) is aangevinkt, kunt u ook de volgende aanvullende parameters definiëren:
Figuur 2: Situatie wanneer in de parameters Exportdirectory (e-Billing) en Importdirectory (e-Supply) geactiveerd zijn.
Parameter | Omschrijving |
---|---|
Import dagboek | Als dit dagboek hier niet is gedefinieerd, wordt het dagboek gebruikt dat gespecificeerd is in de algemene parameters. |
EDI export | Als u de optie 'Exportdirectory' gebruikt kunt u ook het type definiëren van de documenten die u wilt uitwisselen met deze klant, alsook een specifiek dagboek toewijzen voor de import van de bestellingen van deze klant (optioneel). Als dit dagboek hier niet is gedefinieerd, wordt het dagboek gebruikt dat gespecificeerd is in de algemene parameters. |