Drie wijzen worden door WinBooks ondersteund om de afschrijvingen te berekenen : lineair, degressief en versneld.

De lineaire methode

Dit is de meest gebruikte methode. In geval van een berekening volgens de Lineaire methode wordt het totaal af te schrijven bedrag gelijk verdeeld over het aantal jaren.

Voorbeeld : een bedrag van 1.000 euro dient op 5 jaren afgeschreven te worden. Het afschrijvingstarief is dus 20 %. Indien u de lineaire methode gekozen hebt, worden per jaar 200 euro afgeschreven (1.000 euro / 5).

De degressieve methode

In geval van een berekening volgens de Degressieve methode vermindert het af te schrijven bedrag in de tijd. Deze methode wordt enkel op bepaalde goederen en in een bepaalde context toegepast. Het afschrijvingstarief wordt verdubbeld t.o.v. het tarief van een lineaire afschrijving. Dit tarief wordt elk jaar toegepast op het bedrag dat nog dient afgeschreven te worden.

Voorbeeld: een bedrag van 1.000 euro dient op 5 jaren afgeschreven te worden. In geval van een lineaire afschrijving is het tarief 20 %. In geval van een degressieve afschrijving wordt een verdubbeld tarief van 40 % toegepast. Dit tarief wordt elk jaar toegepast op het bedrag dat nog dient afgeschreven te worden.

Eerste jaar : af te schrijven bedrag = 400 euro (dit is 40 % van 1.000 euro).
Tweede jaar : af te schrijven bedrag = 240 euro (dit is 40 % van het af te schrijven saldo, dus 40% van 600 euro).
...
In de praktijk zal de berekening van de af te schrijven bedragen beïnvloed worden door twee parametreerbare opties in WinBooks.
Het gaat in eerste instantie om het Maximale tarief voor degressieve afschrijvingen, t.t.z. dat een beperking op het af te schrijven bedrag voor het eerste jaar opgelegd is. Standaard is het maximale tarief van 40 % van de aanschaffingswaarde (dit is het door de Belgische Wetgeving opgelegde maximale tarief).

Voorbeeld : een bedrag van 1.000 euro dient op 4 jaren afgeschreven te worden. Normaal gezien wordt een tarief van 25 % toegepast. In geval van een degressieve afschrijving zou een verdubbeld tarief van 50 % toegepast moeten worden. Echter, indien een maximaal tarief van 40 % van de aanschaffingswaarde opgelegd wordt, krijgen we volgende waarden :

Eerste jaar : af te schrijven bedrag = 400 euro (dit is 40 % van 1.000 euro i.p.v. 50 % ).
Tweede jaar : af te schrijven bedrag = 300 euro (dit is 50 % van het af te schrijven saldo, in ons voorbeeld 600 euro).
...

De berekening van de af te schrijven bedragen volgens de degressieve methode wordt ook beïnvloed door de optie Automatische overgang van degressief naar lineair als deze laatste methode een hoger bedrag geeft.

Voorbeeld : om door te gaan met het voorbeeld van het op 4 jaren af te schrijven bedrag van 1.000 euro met een maximaal tarief van 40 % en automatische overgang van degressief naar lineair, geeft dit :

Eerste jaar : af te schrijven bedrag = 400 euro (dit is 40 % van 1.000 euro i.p.v. 50 %).
Tweede jaar : af te schrijven bedrag = 300 euro (dit is 50 % van 600 euro, het resterend bedrag).
Derde jaar : af te schrijven bedrag = 250 euro (het bedrag dat volgens de lineaire methode berekend wordt) i.p.v. 150 euro (dit is 50 % van het af te schrijven saldo van 300 euro dat volgens de degressieve methode berekend wordt).
Vierde jaar : af te schrijven bedrag = 50 euro (dit is het af te schrijven saldo).

De versnelde methode

In geval van een berekening volgens de Versnelde methode wordt het tarief verdubbeld t.o.v. het volgens de lineaire methode berekende tarief.

Voorbeeld : een bedrag van 1.000 euro dient op 5 jaren afgeschreven te worden. Het afschrijvingstarief volgens de lineaire methode is dus 20 %. In geval van een versnelde afschrijving wordt dit tarief verdubbeld.

Eerste jaar : af te schrijven bedrag = 400 euro (dit is 40 % van 1.000 euro).
Tweede jaar : af te schrijven bedrag = 400 euro (dit is 40 % van 1.000 euro).
Derde jaar : af te schrijven bedrag = 200 euro (dit is het saldo).


Bovenaan de pagina